Moestuin

In het voorjaar zet Maarten 't Hart tien sprietjes prei in zijn moestuin. Ook plant hij spruitjes. Beide zijn echte wintergroenten, waar je heel de winter van kan eten.

Snijbiet is nergens verkrijgbaar dus kweekt Maarten 't Hart deze zelf. Daarnaast bereidt hij een courgettesoep gemaakt van courgettes uit eigen tuin.

Volgens Maarten 't Hart zijn tuinbonen gemakkelijk te telen en daarom erg geschikt voor de beginnende tuinder. Ook plant 't Hart erwten; volgens hem is er niets lekkerder dan kleine zoete erwtjes.

Van tomaten kun je volgens Maarten 't Hart nooit genoeg hebben. Naast tomaten plant 't Hart ook een aantal tuinkruiden die hij gebruikt voor het bereiden van een tuinsoep met tomaten.

Deze keer plant Maarten 't Hart venkel en Nieuw-Zeelandse spinazie. Deze spinazie is makkelijk om te telen, zeer voedzaam en een groente waar je allerlei heerlijke gerechten van kunt maken.

Door plantenveredeling worden planten ontwikkeld die zo goed mogelijk aan de eisen van de mens voldoen. Helaas gaat het vaak ten koste van de smaak. Daarom zaait Maarten zelf bietjes.

Maarten 't Hart plant twee rijen uien; rode uien en sjalotten. Daartussen zaait hij een flinke rij winterwortel. Dit doet hij om de wortelvlieg weg te houden, zij houden namelijk niet van ui.

Schrijver en gedragsbioloog Maarten 't Hart plant kapucijners en sperziebonen. Hij legt uit dat sperziebonen weinig voedingswaarde hebben waardoor je er niet dik van wordt. Kapucijners groeien goed en zijn eenvoudig in te vriezen, hierdoor kun je er de hele winter plezier van hebben.

Volgens Maarten 't Hart is niets lekkerder dan een aardappeltje van de klei uit eigen tuin, zo uit de grond op je bord. Daarom drie rassen die je op verschillende tijdstippen in het jaar kunt rooien.

Maarten 't Hart plant tussen de rode kolen flink wat snelgroeiende kropsla en legt uit dat kool lang op het land kan blijven staan, waardoor je er tot ver in de winter plezier van kunt hebben.