Het dossier privacy: Op weg naar een westers sociaal kredietsysteem?

1 month ago
64

meer zien? https://www.vrijheidsberoving.eu/
Een ongemakkelijk begin.
“Wat maakt het uit? Ik heb toch niks te verbergen.” Het is een zin die we allemaal wel eens gehoord hebben, misschien zelfs uitgesproken. Maar wat als dat kleine beetje gemakzucht de deur opent naar een samenleving waarin elk gedrag wordt gevolgd, gewogen en beoordeeld? Een samenleving waarin één verkeerde klik, één kritische uitspraak of één misplaatste grap kan betekenen dat je geen lening meer krijgt, niet mag reizen of zelfs je baan kwijtraakt.

Wat als die samenleving dichterbij is dan we denken?

In een wereld waar data het nieuwe goud is, telefoons ongemerkt data doorgeven, en kunstmatige intelligentie steeds sneller patronen herkent, waarschuwen experts dat het Westen langzaam maar zeker opschuift naar een sociaal kredietsysteem, vergelijkbaar met dat van China. Alleen noemen we het hier anders, en wordt het in glanzende marketing verpakt als vooruitgang en gemak.

Data als valuta: goudkoorts in de digitale tijd.
“De beste manier om je data te beschermen, is door het simpelweg niet weg te geven,” citeert privacy-expert Wesley Feijth Edward Snowden. Maar we doen precies het tegenovergestelde. Elke like, zoekopdracht, gezichtsherkenning op foto’s of transactie via een app voedt databases van machtige bedrijven.

Bedrijven die groter en machtiger zijn geworden dan veel regeringen. Google, Meta (Facebook, Instagram, WhatsApp), Microsoft, ze bezitten een ongekend inzicht in onze levens. En achter de schermen speelt nóg een partij een sleutelrol: Palantir. Volgens Feijth is dit bedrijf het “kloppend hart van het westerse sociale kredietsysteem”.

Palantir begon ooit als een DARPA-project van het Pentagon, met als doel: zoveel mogelijk informatie over burgers verzamelen. Alles, van koopgedrag tot sociale netwerken en medische dossiers. Dat klinkt dystopisch, en dat is het ook. Toch werken steeds meer overheden, ook in Europa, met Palantir.

Het Chinese model als spookbeeld.
In China is het systeem al realiteit. Burgers krijgen een score op basis van hun gedrag. Een hoge score betekent toegang tot leningen, reizen en banen. Een lage score kan leiden tot sociale uitsluiting: geen trein of vliegtuig pakken, geen kinderen inschrijven op bepaalde scholen, of simpelweg niet meer online kunnen.

Het klinkt als sciencefiction, maar miljoenen Chinezen leven er dagelijks mee. “Ik ben er echt van overtuigd dat we in het Westen dezelfde kant op bewegen,” zegt Feijth. Het verschil? Hier wordt het proces subtieler uitgerold. Niet met één grote aankondiging, maar via kleine toegangspoortjes die stap voor stap in ons leven sluipen.

QR-codes tijdens de coronapandemie waren zo’n poort. Het verplichte cloud-account in Windows 11 is er nog een. Nieuwe regels die identificatie op sociale media eisen? Wederom een stap. En elektrische auto’s die op afstand kunnen worden uitgeschakeld? Het lijkt handig, totdat iemand anders beslist dat jij er geen gebruik van mag maken.

De telefoon: toegangspoort tot alles.
Het begon als een luxe gadget, maar de smartphone is nu de ultieme toegangspoort tot de samenleving. Van bankzaken tot gezondheidszorg, van reizen tot sociale interactie – zonder smartphone kom je er niet meer in. Zelfs met vliegtuigmodus aan blijken sommige toestellen data door te sturen.

Tijdens de coronacrisis werd het pijnlijk duidelijk: wie geen werkende telefoon met QR-code had, stond letterlijk buiten de maatschappij. En nu dreigen digitale ID’s, digitale rijbewijzen en centraal gereguleerd digitaal geld (CBDC’s) via dezelfde apparaten uitgerold te worden. Handig, efficiënt – en een nachtmerrie voor wie vrijheid en privacy waardevol vindt.

Manipulatie langs links én rechts.
Veel mensen hopen dat een politieke leider “ons komt redden”. Maar volgens Feijth is dat een illusie. Hij wijst op Peter Thiel, tech-miljardair, oprichter van Palantir en spil in talloze digitale controleprojecten. Thiel financiert politici aan zowel de linker- als rechterflank, en speelt zo het spel van beide kanten.

De ironie is dat zowel progressieve als conservatieve kiezers denken te strijden tegen de macht, terwijl ze in werkelijkheid een systeem ondersteunen dat hen juist afhankelijker maakt. “Mensen op rechts zijn heel makkelijk te manipuleren met vrijheidstaal, mensen op links met argumenten over veiligheid of inclusie. Uiteindelijk leiden beide paden naar meer controle,” aldus Feijth.

AI als versneller: van gezichtsherkenning tot pre-crime.
Kunstmatige intelligentie wordt vaak gepresenteerd als de toekomst. Maar de vraag is: toekomst van wie? AI maakt het mogelijk gedrag te voorspellen, zogeheten “pre-crime”, bekend uit de film Minority Report. Palantir specialiseert zich in dit soort software.

Dat klinkt als een droom voor beleidsmakers: misdaad voorkomen voordat ze plaatsvindt. In de praktijk betekent het dat mensen beoordeeld worden op profielen, patronen en vermoedens, niet op daden. De toeslagenaffaire in Nederland gaf al een voorproefje van hoe desastreus dat kan uitpakken.

Gezichtsherkenning doet de rest. In China worden overtreders van verkeersregels publiekelijk geshamed via billboards. In Europa klinkt het argument dat dit nodig is om “veiligheid te waarborgen”. Maar de prijs is hoog: een samenleving waarin anonimiteit niet meer bestaat.

Toegangspoortjes overal.
Wat het sociaal kredietsysteem zo gevaarlijk maakt, is dat het onzichtbaar groeit. Niet in één keer, maar via ontelbare toegangspoortjes:

Cloud-accounts die verplicht worden.
Auto’s die op afstand uitgeschakeld kunnen worden.
Sociale media die identificatie eisen.
Gezondheidsapps die bepalen of je mag reizen.
Elk toegangspoortje lijkt op zichzelf onschuldig of zelfs nuttig. Samen vormen ze een web dat burgers steeds meer afhankelijk maakt van externe toestemming om te leven, te reizen, te communiceren.

Normalisatie via gemak.
Ratingsystemen bij Uber of Airbnb lijken onschuldig: een beetje sociale controle, toch handig? Maar stap voor stap worden we gewend aan het idee dat anderen, of algoritmen, bepalen of we “goed genoeg” zijn om toegang te krijgen.

De logica van gemak en efficiëntie maskeert de verschuiving naar controle. Waarom nog sleutels meenemen, als je auto vanzelf opent via je gezicht? Waarom nog cash, als digitaal geld makkelijker is? Waarom nog anoniem surfen, als je toch niks te verbergen hebt?

Het antwoord wordt pas duidelijk als het te laat is.

Alternatieven: technologie voor vrijheid.
Toch is er hoop. Feijth benadrukt dat technologie zelf neutraal is. Het gaat erom hoe we het inzetten. Er bestaan alternatieve softwareoplossingen die privacy respecteren. Er zijn manieren om data lokaal te bewaren, om encryptie te gebruiken, om bewust te kiezen voor platforms die geen gegevens doorverkopen.

Het vraagt wat moeite, minder gemak, meer discipline, maar het is mogelijk. “We roepen op tot een gebruikersrevolutie,” zegt Feijth. “Als je vrij wil zijn, moet je daar energie in steken.”

De eerste stap is bewustwording. Begrijpen dat privacy geen luxe of achterhaald thema is, maar een basisvoorwaarde voor vrijheid.

De toekomst ligt in onze handen.
Het beeld dat opdoemt, is niet rooskleurig. Maar het is ook niet onvermijdelijk. Het sociaal kredietsysteem groeit slechts zolang wij onze data klakkeloos weggeven en afhankelijk blijven van Big Tech.

Onze telefoons hoeven geen surveillance-apparaten te zijn. AI hoeft niet ingezet te worden voor controle. Technologie kan net zo goed bevrijden als onderdrukken, maar alleen als wij de regie nemen.

De toekomst van vrijheid is niet iets dat politici of bedrijven voor ons zullen veiligstellen. Het is iets dat wij zelf moeten opeisen, elke dag, met elke keuze die we maken.

En misschien begint het wel met de simpelste vraag van allemaal: wat deel ik eigenlijk vandaag?■

Loading comments...