Quantum computers, AI en data: de drie-eenheid van controle of vooruitgang?

2 months ago
66

De droom van ultieme technologische beheersing lijkt steeds dichterbij te komen.
Terwijl kunstmatige intelligentie al onze data leert begrijpen, maken quantum computers zich op om ons begrip van berekening en snelheid volledig te herdefiniëren.
Samen vormen ze, met data als brandstof, een krachtig drieluik.
Maar is deze combinatie vooral een zegen voor de mensheid, of een vergeten schakel in de weg naar totale controle?

Een wereld in transformatie.

We leven in een tijd waarin technologische vooruitgang nauwelijks nog een kwestie van decennia is, eerder van maanden.
Kunstmatige intelligentie (AI) is geen sciencefiction meer; het is geïntegreerd in zoekmachines, navigatiesystemen, gezondheidszorg, klantenservice en zelfs oorlogvoering.
Data gestuurde besluitvorming is de norm geworden in overheden én bedrijven.

En dan is daar quantum computing: de mysterieuze, nog grotendeels experimentele technologie die computers zou kunnen bouwen die niet alleen sneller, maar fundamenteel anders denken.
Volgens sommigen is dit het ontbrekende stuk in een puzzel die leidt naar ongekende macht, en mogelijk, totale controle.

Maar hoe reëel is dat scenario?
Zijn AI, big data en quantum computing samen het recept voor technologische overheersing, of is het vooral een kans om grote problemen op te lossen?
Laten we de drie componenten ontleden.

Quantum computing: geen snellere computer, maar een andere logica.
In tegenstelling tot klassieke computers, die werken met bits (nullen en enen), werken quantum computers met qubits.
Die kunnen tegelijkertijd nul én één zijn, dankzij het fenomeen superpositie.
Dit maakt het mogelijk om in theorie duizenden mogelijke oplossingen in één berekening te verkennen.

Het klinkt als magie, of als een menselijk brein, zo wordt vaak gezegd. “Quantum computing is als intuïtie,” hoor je wel eens: alsof het net als ons hoofd een sprong maakt naar de oplossing, zonder alle stappen zichtbaar te hoeven doorlopen.
Maar die vergelijking klopt slechts gedeeltelijk.

Quantum computers geven niet zomaar een oplossing; ze geven een waarschijnlijkheid.
Resultaten moeten herhaald, gecontroleerd en gecorrigeerd worden.
Het is rekenkracht, maar dan op een heel ander niveau.
In plaats van simpelweg sneller te rekenen, rekent het anders.

En dat maakt quantum technologie zo interessant, én zo gevaarlijk, volgens sommigen.

De macht van data, de honger van AI.

Als quantum computing het brein van toekomstige systemen wordt, dan is data hun zuurstof en AI hun zenuwstelsel.
Zonder data leert AI niets.
En zonder AI zijn data niet meer dan een onleesbare oceaan van informatie.
Momenteel gebruiken overheden, tech bedrijven en instellingen miljarden datapunten per dag om gedrag te voorspellen, voorkeuren in kaart te brengen en besluitvorming te optimaliseren.
Denk aan het personaliseren van advertenties, of aan het bepalen van iemands kredietwaardigheid, risicoprofiel of zelfs politieke neigingen.

Wat als je deze systemen koppelt aan quantum computers die analyses uitvoeren waar klassieke computers jaren over zouden doen?

Een voorbeeld: het kraken van encryptie.

De huidige internetbeveiliging steunt op wiskundige puzzels die voor klassieke computers praktisch onoplosbaar zijn, maar voor quantum computers straks wél oplosbaar kunnen worden.
Dat is precies waar het zogeheten Y2Q-probleem voor waarschuwt: het moment waarop quantum technologie krachtig genoeg is om gangbare encryptie zoals RSA of elliptische krommen te breken.
Net als bij het millenniumprobleem van 2000 (Y2K) gaat het om een dreiging die nu nog abstract lijkt, maar op termijn wereldwijd digitale infrastructuren kan ontwrichten.
Wat vandaag veilig lijkt, kan morgen open en leesbaar zijn inclusief staatsgeheimen, banktransacties of medische dossiers.
Daarom dringen beveiligingsexperts aan op actie vóórdat dat moment aanbreekt.

Controle of samenwerking?

En dan de vraag: is dit de sleutel die machthebbers missen voor totale controle?
Het is verleidelijk om te denken dat, als je genoeg data hebt, slimme algoritmes en krachtige computers, je alles kunt sturen: opinies, gedrag, zelfs verlangens.
En in zekere zin gebeurt dat al.
Denk aan gerichte desinformatiecampagnes, gedragsbeïnvloeding via sociale media, surveillance in steden zoals Shenzhen of de credit scores in China.

Toch is het belangrijk te nuanceren.
Technologie biedt middelen, geen motivatie.
Het is niet de quantum computer die controle wil, het is degene die hem gebruikt.
Net als een mes een chirurgisch instrument of een moordwapen kan zijn, hangt alles af van wie het vasthoudt.

Bovendien: quantum computing staat nog in de kinderschoenen.
De technologie is fragiel, onstabiel, duur en nog grotendeels beperkt tot laboratoria.
Totale controle is een groot woord voor iets dat nog in ontwikkeling is.

De kracht van de combinatie.

Maar als quantum computing nog niet zover is, waarom dan de zorgen?
Omdat de combinatie van AI, data en quantum computing uiteindelijk veel groter is dan de som der delen.
AI kan modellen maken van menselijk gedrag, taal en voorkeur.
Data leveren de grondstof voor die modellen.
Quantum computing zou die modellen kunnen optimaliseren, verbeteren of op ongekende schaal toepassen.
Stel je voor: een AI die menselijke emoties perfect herkent en daar realtime op inspeelt, gevoed door miljarden gedragsdata.
Nu voeg je daar een quantum engine aan toe die razendsnel simuleert wat de beste beïnvloedingstechniek is voor elk individu.
Het is geen waanzin meer, maar een realistisch toekomstbeeld.

Toch hoeft het geen dystopie te worden.
Dezelfde technologieën die misbruikt kunnen worden voor controle, kunnen óók bijdragen aan praktische vooruitgang.
Denk aan het sneller analyseren van medische data bij kankeronderzoek, het beter doorrekenen van beleid rondom milieuproblemen, ook als die complex of omstreden zijn, of het verbeteren van logistiek en infrastructuur in ontwikkelingslanden.
Niet omdat technologie de wereld redt, maar omdat het ons betere keuzes kan helpen maken, mits we het verstandig inzetten.

Een ethische race.

De vraag is dus niet of deze technologieën krachtig zijn, dat zijn ze.
De vraag is: wie bepaalt hoe ze gebruikt worden?
Inmiddels roepen wetenschappers, filosofen en technologiebedrijven zelf op tot strengere regulering.
Grote AI-labs zoals OpenAI, DeepMind en Anthropic pleiten voor mondiale coördinatie en toezicht op "frontier models", terwijl landen zich buigen over post-quantum encryptie en dataminimalisatie.

Maar de ethische kaders lopen achter op de technologische ontwikkelingen.
We hebben wetten voor verkeersregels, maar geen heldere richtlijnen voor AI-gedrag of quantum verantwoordelijkheid.
De risico’s stapelen zich op, en de transparantie is schaars.

Conclusie: kracht vraagt verantwoordelijkheid.

De stelling dat quantum computing de ontbrekende schakel is naar totale controle is intrigerend, maar onvolledig.
Controle is niet alleen een technisch probleem, maar vooral een menselijk en maatschappelijk vraagstuk.

Wat wél klopt, is dat de combinatie van AI, data en quantum computing een ongekende versneller kan zijn van zowel macht als vooruitgang.
Als deze krachten samenkomen, zonder toezicht of publieke discussie, kan de balans doorslaan.

Daarom is nu het moment om niet alleen te investeren in technologie, maar ook in ethiek, onderwijs en democratische controle.
Want alleen dan wordt deze drie-eenheid geen instrument van overheersing, maar van menselijkheid.

Kadertekst: Wat is quantum computing?

Quantum computing gebruikt de principes van de kwantummechanica om te rekenen met qubits (quantum bits) in plaats van klassieke bits.
Qubits kunnen in superpositie zijn (tegelijk 0 én 1) en raken verstrengeld (entangled), waardoor ze samen meer informatie kunnen dragen.
Hierdoor kunnen quantum computers bepaalde problemen veel sneller oplossen dan klassieke computers, maar alleen bij specifieke vraagstukken zoals factorisatie, optimalisatie of moleculaire simulaties.

Kadertekst: Waar staan we nu?

Kadertekst: Waar staan we nu?

Google claimde in 2019 "quantum supremacy" met een taak die 200 seconden duurde, maar een klassieke computer 10.000 jaar zou kosten.
IBM, Rigetti, D-Wave en anderen bouwen steeds krachtigere systemen.
Overheden investeren miljarden in post-quantum cryptografie en nationale quantum labs.

Eric Schmidt, voormalig Google-CEO, ziet quantum computing als veelbelovend maar voorlopig beperkt tot niches zoals cryptografie, materiaalkunde en drug discovery.
Klassieke computers blijven dominant dankzij innovaties als 3D-stacking en snellere geheugenarchitecturen.
Quantum computers kunnen theoretisch sneller rekenen, maar de technologie is nog niet volwassen genoeg voor brede toepassingen.
De echte impact van quantum computing verwacht Schmidt pas op langere termijn.

Toch blijven grootschalige, foutloze quantum computers naar verwachting nog 10-20 jaar verwijderd van volwassenheid.

Slot: De toekomst is niet onvermijdelijk, maar maakbaar.

De opkomst van quantum computing, kunstmatige intelligentie en data gedreven besluitvorming markeert geen sciencefictiontijdperk meer, maar een realiteit in wording.
We bevinden ons op een kantelpunt waarop technologie niet alleen versnelt, maar ook verdiept, in ons lichaam, ons gedrag, onze samenlevingen.
Of deze drie-eenheid een motor wordt voor onderdrukking of bevrijding, voor controle of creativiteit, hangt af van de keuzes die we vandaag maken.
De toekomst is geen automatisch resultaat van technologische vooruitgang, maar het gevolg van menselijke besluitvorming, ethiek en visie.
Dat betekent ook: het is nog niet te laat.
Nog is het moment daar om richting te geven, kaders te stellen en een publieke dialoog te voeren.
Niet alleen over wat deze technologieën kunnen, maar vooral over wat we willen dat ze doen, en wat niet.

De vraag is dus niet: wat kan quantum computing?
De vraag is: wat mag het betekenen voor wie?
En dat is geen wiskundig vraagstuk.
Dat is een politieke, maatschappelijke en morele opdracht.
Een die we niet aan machines mogen overlaten.

Loading 1 comment...