Getuigenis gezondheidsbeambt 'Cyriel Van Meel' over Belgisch Congo

3 years ago
4

Opname van 2003. Medische dienst gezondheidsbeambte. In Congo van 1953 tot 1960.

Het gebrek aan medisch personeel om tegemoet te komen aan de gezondheidszorgbehoeften van de inheemse Congolese bevolking was voor het Belgische Ministerie van Koloniën aanleiding om gezondheidsbeambten in te stellen om artsen te helpen bij de bestrijding van de grote endemische ziekten. Er werd een wettelijk kader tot stand gebracht, evenals een specifieke opleiding. De geschiedenis van deze gezondheidsbeambten in de 20ste eeuw illustreert de voorwaarden voor de oprichting van een nieuw beroep, de evolutie ervan in bijna 60 jaar en de verdwijning ervan bij het einde van de kolonie.

De taken van deze, voornamelijk Belgische, zorgverleners zijn na verloop van tijd geleidelijk gestructureerd. De belangrijkste focus van het werk was de medische telling van de gehele bevolking, meestal twee keer per jaar, om nieuwe gevallen van slaapziekte te vinden. Naast deze endemische ziekte werden later ook lepra, framboesia en syfilis opgespoord. Andere activiteiten die samenvielen met de telling waren onder meer inentingscampagnes (pokken en tuberculose), gewichtscontrole voor kinderen, toezicht op de gezondheidsposten op het platteland en toezicht op de hygiëne in de dorpen. De gezondheidsbeambten waren ook verantwoordelijk voor de logistieke en administratieve aspecten van de gezondheidsdiensten (de organisatie van het geneesmiddelenaanbod, het onderhoud van materieel en voertuigen, het opstellen van boekhoudkundige rapporten en gezondheidsstatistieken). Zij werkten onder het gezag van de medische directeur van de bevoegde territoriale jurisdictie, maar mochten op eigen gezag inbreuken op de bepalingen inzake hygiëne en volksgezondheid en besmettelijke ziekten vaststellen.

De getuigenissen van de nog levende voormalige gezondheidsbeambten, tonen twee kenmerken. De eerste is de nadruk op het hoofdkenmerk van het werk, namelijk het bezoeken van dorpen om de medische tellingen uit te voeren. Dit werd als veeleisende maar avontuurlijk ervaren. Deze routes betekenden een afwezigheid gedurende drie weken per maand om door landelijke gebieden (de "brousse") te reizen; en reizen gebeurde te voet of in een draagstoel (in de lokale taal een tipoye genoemd). De vierde week, terug op de basis, was gewijd aan het schrijven van de maandelijkse verslagen. Het tweede kenmerk is de voldoening van het voltooide werk, met het gevoel een wezenlijke bijdrage te hebben geleverd aan de gezondheid van de inheemse bevolking. De ondervraagde gezondheidsbeambten benadrukten de kwaliteiten die inherent waren aan hun werk: initiatief, pragmatisme en het vermogen om te communiceren met de mensen en hun stamhoofden. Ze verklaarden dat ze “des te gemotiveerder waren omdat de behoeften reusachtig waren en de resultaten direct waarneembaar”. De gezondheidsbeambten werden voorgesteld als verantwoordelijk voor de verdediging van de volksgezondheid, “zoals politieagenten die zich inzetten voor het handhaven van de orde in de stad”. Ook andere aspecten die de arbeidstevredenheid bevorderden, werden vermeld: geschikte arbeidsomstandigheden, voortdurend toezicht en een aangepaste beloning, m.i.v. pensioen.

Follow on Twitter: https://twitter.com/BasedCongo

#BelgischCongo
#BelgischKongo
#Getuigenissen

Loading comments...