Congolees Testament: van Congo Vrijstaat Tot Zaïre - Het verhaal van de Missionarissen van Scheut

2 years ago
35

1884-85 - Op de Conferentie van Berlijn (1884 - 1885) wordt Congo, als "Onafhankelijke Congostaat" ("Etat Indépandant Congolais", kortweg EIC) of "Congo Vrijstaat", toegewezen aan de Belgische koning Leopold II. Koning Pedro van het ooit zo machtige Kongo-rijk mag voortregeren... als vazal van Portugal. Na een opstand, in 1914, zal hem zelfs de (puur symbolisch geworden) titel "Koning van Kongo" worden ontnomen.

Artikel 6 van de "Akte van Berlijn" (26 februari 1885) belooft duidelijk dat "de souvereine machthebbers alle religieuze, wetenschappelijke en liefdadige instellingen zullen beschermen en aanmoedigen, zonder onderscheid van nationaliteit of cultus". De Akte waarborgt alle inwoners van Congo-Vrijstaat, zowel inlanders als buitenlanders, een totale vrijheid van geweten en godsdienst. De openbare uitoefening van elke cultus en de oprichting van religieuze bouwwerken - ook die van de protestanten - mogen aan geen enkele beperking onderworpen zijn.

Maar Leopold II, die alle buitenlandse, zowel protestantse als katholieke, missionarissen wantrouwt als mogelijke pottenkijkers, laat zich weinig gelegen aan de mooie intenties van de "Akte van Berlijn" en schrijft in een brief aan de diplomaat Lambermont: "Ik sta erop dat onze Congo wordt gekerstend door Belgen". Hij wendt alle middelen en invloeden aan om Belgische orden en congregaties voor zijn Vrijstaat te interesseren. Hij belooft dat ze mogen rekenen op zijn speciale bescherming en op allerlei materiele en financiele voordelen, o.m. honderden hectaren grond per missiepost.

Na herhaaldelijk persoonlijk aandringen van de koning aanvaardt de "Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria", (CICM), kortweg "Scheut" - naar de plaats van het hoofdklooster in de wijk Scheutsveld in Anderlecht - om missionarissen te sturen naar Congo. Op vraag van de Belgische bisschoppen richt paus Leo XIII het "Apostolisch Vicariaat van de Onafhankelijke Congostaat" op en vertrouwt dit exclusief toe aan de Scheutisten. De jonge Congregatie staat voor een ontzaglijke taak want het vicariaat beslaat aanvankelijk het héle grondgebied van de Vrijstaat, met uitzondering van het "Pro-Vicariaat van Opper-Congo" ten westen van het Tanganikameer, waar de Witte Paters hun posities behouden.

In 1888 vertrekt een eerste groep ("caravane sacrée") van 4 Waalse scheutisten (o.m. pater Emeri Cambier) naar de Congo Vrijstaat. Via Boma en Leopoldstad, bereiken ze de samenvloeiing van de Congo- en de Kasai-rivier en installeren zich in St-Maria-Berghe, aan de overkant van Kwamouth, waar de Franse Paters Spiritijnen tot 1886 een missiepost hadden. Een tweede groep Scheutisten, onder leiding van pater Camille Van Ronslé uit Lovendegem, komt aan in St.-Maria-Berghe, vanwaar de paters Cambier en Van Ronslé stroomopwaarts trekken en een 2de missiepost aan de Congostroom beginnen in Bangala, omgedoopt tot "Nieuw-Antwerpen" ("Nouvelle-Anvers"). Nog andere missieposten van Scheut volgen: Leopoldstad (1899), de oude hoofdstad Boma (1891) en Luluaburg (1891) in Opper-Kasai.

In 1896 wordt Pater Van Ronslé benoemd tot eerste Apostolische Vicaris van het "Vicariaat van de Onafhankelijke Congostaat", installeert zich na zijn wijding in Sinte-Maria-Berghe en verplaatst 3 jaar later zijn bisschopszetel naar Leopoldstad. Inmiddels neemt de missionering steeds sneller uitbreiding en kan zelfs de bloeiende Congregatie van Scheut het werk in het uitgestrekte Congo niet helemaal alleen meer aan.

Volg via Twitter: https://twitter.com/BasedCongo

#BelgischCongo #Missionarissen #Scheutistenj

Loading comments...